Op de klippen of door de vaargeul ?: de omgang van de historicus met (genocidaal) slachtofferschap // [On the rocks or through the channel? How the historian deals with (genocidal) victimhood]

Abstract
In zijn oratie signaleert Bob de Graaff dat historici bij de behandeling van genocide of andere ernstige mensenrechtenschendingen twee risico’s lopen. Geschiedschrijvers kan het verwijt treffen dat zij er te weinig aandacht aan besteden. Door bij te dragen aan vergetelheid zouden zij als het ware het misdrijf in de tijd verlengen. Aan de andere kant continueren zij door te veel aandacht aan het verschijnsel te besteden de herinnering eraan dusdanig dat dit kan bijdragen aan haatgevoelens bij de voormalige slachtoffers en hun nakomelingen. Dit zou tot wraak, nieuw daderschap en een voortdurende cyclus van haat kunnen leiden. De steeds grotere plaats die slachtofferschap inneemt in zowel de actualiteit als de geschiedschrijving vergroot dit laatste risico nog.
Aan de hand van de holocaust schetst de auteur de spanningen die kunnen bestaan tussen de herinnering van slachtoffers en geschiedschrijving. Hij laat vervolgens zien hoe de overgang van de herinnering van feitelijke slachtoffers naar de collectieve herinnering van degenen die de genocide zelf niet meemaakten cruciaal is voor de vraag of de herinnering zich ontwikkelt tot geschiedenis of tot mythe.
De Graaff doet een aantal aanbevelingen die vorm kunnen geven aan de zorgplicht van historici ten opzichte van overledenen en moeten voorkomen dat zij ertoe bijdragen dat collectieve traumatische gebeurtenissen een mythisch karakter krijgen en de opstap tot nieuw geweld vormen.